Botswaanse dromen
Maandag 1 juni, Savuti camp site, Chobe NP, noord Botswana.
Donderdag zijn we goed vertrokken uit Windhoek, op weg naar de grens met Botswana. Het land van de ezels. Lange rit in een weer weinig gevarieerd landschap. Met pas enige verandering na de grens, vooral dankzij die ezels. 's Avonds in Ghanzi geslapen, een van de koudste nachten.
Donderdagochtend zijn we dan naar Maun getrokken, een van onze volgende doelen. In Ghanzi hebben we al direct drie lifters meegenomen. We waren eerst niet echt van plan om er drie mee te nemen, wegens nog steeds wat rommel op de achterbank. Maar waar wij denken dat er maar plaats is voor één maken die mannen er wel plaats van voor drie. Zeer gezellige mannen die ons veel hebben kunnen vertellen van het land. Een van hen werkte voor de overheid en zat bij de stroperijbestrijding. Een andere was een leraar en tatoeerder en had van vanalles van het land wel wat te vertellen.
Richting Maun werd het landschap al iets interessanter, meer bebost en meer dorpjes. En genoeg domme dieren langs de kant van de weg om alert te blijven. Geen groot wild helaas.
Wanneer we de eerste avond voor de camping gingen inchecken stond er iemand van uit de verte naar ons te wuiven. Charles, een kerel die we in de guesthouse in Kaapstad hadden leren kennen. Een Zuid-Afrikaan die gidst en overland-toeren doet. Schitterende vent. We hadden ons daar in Kaapstad goed mee geamuseerd en waren blij dat we hem terug tegenkwamen. 's Avonds hebben we met hem nog een pintje gedronken in de bar, van waar uit hij stond te vissen. Schitterend toch, uw lijn uitwerpen van uit een cafe, met een pintje in de hand. Met een stuk steak als aas nota bene. Nadat de bar gesloten was en met wat van ons aandringen heeft hij ons met zijn toeristentruck meegenomen naar een lodge wat verderop waar een feestje aan de gang was. 's Morgens hebben we hem niet meer gezien, maar hij zal nog wel ettelijke keren gevloekt hebben op die twee Belgen toen ie om vijf met een half houten kop moest opstaan.
Zaterdag hebben we wat uitgepluisd en rondgelopen in de stad. Onder andere de muziek in de auto in orde gebracht. De MP3-FM modulator die we in Kaapstad hadden gekocht bleek niet te werken met ons MP3-spelertje. Het waren tot nu toe stille lange ritten. Alleen in de buurt van steden is er soms wat radio-ontvangst. Maar een werkende modulator lost het allemaal op, we kunnen nu ons MP3 -spelertje aan dat ding hangen, die dat omzet in een radiosignaal, dat opgevangen wordt door onze radio. Belachelijk complex misschien, maar het werkt. Geen gerommel met CD's enzo, ik denk ook niet dat onze CD-speler werkt trouwens. Een van onze lifters had ons er wat mee op het goede spoor gezet.
Prijzen voor elk soort van verkenning van de Okavango delta bleken belachelijk hoog te liggen. Een vlucht was uiteindelijk in verhouding nog wel betaalbaar. Maar ook dat hebben we dan toch maar gelaten voor die prijs. In de plaats zijn we permits gaan kopen om een dag door de delta te rijden en daar te slapen op een camping van het park. Op ons eigen, zonder gids, zo bleef het een beetje betaalbaar. En dan door te steken naar Chobe NP. Een natuurpark dat ten noorden van de delta ligt en tot aan de grens met Zambia loopt.
Zondag zijn we dan (relatief) vroeg opgestaan en richting Moremi gereden, ook een natuurpark en een deel van de delta. Schitterend park met veel afwisseling tussen vlakten, poelen, beken en bossen, en met veel beestjes natuurlijk. Impala's gaan na een tijdje vervelen, maar olifanten blijven fantastisch, zelfs na de zoveelste keer. De elegante drietonners. En de andere dieren ook trouwens.
De kampplaats voor die nacht lag in een bosje dat over ging in een vlakte. In de omgeving ook weer veel dieren, waaronder de irritante opdringerige bavianen. De dieven! Maar nog voor we ons konden beginnen installeren kwam er een auto op ons af met een koppel (Zuli en Leni) met de vraag of we wat tijd konden vrijmaken om te komen helpen. Vrienden van hen, met een Toyota natuurlijk, zaten hopeloos vast. Niks aan te doen, hun trektouw was al gebroken. Maar met een Defender zou het waarschijnlijk wel lukken. Toen we daar na redelijk wat zoeken aankwamen zag het er inderdaad niet goed uit. Hij was met zijn auto door een moerassig stuk proberen rijden en had zich daar in de modder ingegraven. Er lag wel ongeveer een weg, maar die zat te diep in het water en de modder, dus was hij er wat rond proberen rijden. Keith en zijn vrouw, Jenny, moeten er plezier in gehad hebben om los te proberen geraken, ze waren helemaal doordrenkt met moerassap. Het leek wel of hij onder zijn auto door had proberen kruipen.
Zijn reservewiel onderaan de auto zat volledig onder in de modder. De auto zat op zijn achteras, ook diep in de modder. En de voorkant was al niet veel beter. Toch eens geprobeerd om hem er uit te trekken, maar dat had geen zin natuurlijk, hij zat te diep en dat reservewiel werkte als een anker. Met onze lange krik, zo een ‘high lift jack' zoals ze dat hier noemen, hebben we dan zijn achterkant omhoog gekrikt, zodat zijn achterwielen ruim uit de gaten waren. Met dan te trekken kantelde de krik en viel om, maar hij kwam dan net ver genoeg terug neer om uit het gat bevrijd te zijn. En van daar af was het geen probleem meer om hem verder te trekken totdat hij helemaal bevrijd was. Een weinig koosjer manoeuvre, maar dan toch net bij zonsondergang waren ze vrij.
Defender - Toyota, dikke 1-0!
Na het eten zijn we bij hen nog iets gaan drinken. Welja, iets. Het waren enorm gezellige mensen die goed van het leven wisten te genieten. Twee koppels met gepensioneerde mannen. 64 En 69 waren ze, en ze kwamen er nog goed voor. Als dank kregen we direct een paar flessen wijn. Ze waren zeer goed uitgerust, met koelboxen vol bier, ettelijke flessen goede wijn, cognac, whisky. Een zeer aangename avond met leuke gesprekken en waarvan het einde mij nu net ontglipt. Ik weet in ieder geval dat toen ik deze morgen wakker werd, alles nog voor mijn ogen draaide. Ik ben, letterlijk, tussen de bavianen, parelhoenen en impala's naar de vlakte gestrompeld- op zoek naar leeuwen enzo he. Die beesten moeten ook gedacht hebben: ‘Wie observeert er hier nu wie eigenlijk?' Keith had hetzelfde probleem als ik, zoals bleek toen ik hem tegenkwam aan de toiletten. ‘I'm still pissed.' ‘So am I.' ‘So you didn't hear the lions tonight? Me neither.' Laps, waren er eens leeuwen in de buurt, hebben we er nog niks van geweten. (Voor alle duidelijkheid: Toon heeft dit geschreven!)
Tussen de twee natuurparken door zijn we langs een verwarrende maar wel zeer mooie weg gereden. Jenny, onze GPS, heeft ons daar niet bijster mee kunnen helpen. We hadden al wel ondervonden dat ze zowieso niet van de slimsten is, maar dit was helemaal te hoog gegrepen. Mooi landschap met weer hier en daar een poel, rivieren, bossen en grasvlakten, en wat beestjes. Ook nog eens door het water moeten rijden, waar dan net een olifant stond te drinken en te spelen. Een beeld vanuit de dromen en films, fantastisch. De Côte d'or reclame, maar dan niet uit chocolade. Net een echte safari. Een mens wordt er lyrisch van.
We hadden wel al een hele tijd naar een doorwaadbare plek gezocht, en daar kwamen toevallig nog twee andere auto's aan. We hebben dan afgesproken om elkaar te helpen moesten er problemen ontstaan. Er was ook een Toyota bij ;) .
Maar om ons effe terug met de voeten op de grond te zetten: na een jerrycan in de naftbak te gieten, de vorige avond, zijn we de dieselbakdop er terug op vergeten zetten. Ik weet niet of, en hoeveel, er water in de tank is gelopen. We zullen het wel merken veronderstel ik. En de dieselfilters zullen wel redelijk wat opvangen he? Wij zijn goe bezig, ook al zegge ze van nie!
Chobe NP vandaag was een beetje minder. Er is nogal veel laag en dicht bos, dus niet veel te zien, buiten een moeilijk berijdbare mulle zandweg, nauw geflankeerd door bomen en struiken. Niet veel landschappen, niet veel beestjes.
Dinsdag 2 juni 2009, Nata, Magadikghadi zoutpannen, centraal Botswana.
Voor wie de moeite doet om op een kaart te kijken, we zijn inderdaad een beetje uit de richting gevallen. Deze morgen zijn we het Chobe NP uitgereden en richting grens met Zambia getrokken. Welja, die twee liggen toch zo goed als naast elkaar. We hebben er wat rond gevraagd en het zou toch mogelijk zijn om zonder carnet Zambia binnen te geraken. In plaats van de grens/Zambezi over te steken hebben we besloten nog een klein extra toertje te doen in Botswana. We gaan in Zambia dan misschien toch nog wat moeten wachten op de carnet.
Doel van de dag: de uitgestrekte zoutpannen in centraal Botswana. Een slechtere weg in die richting, tussen Kasane en Nata, met stukken vol diepe gaten. Sterk in tegenstelling tot de andere wegen in Botswana, die zijn over het algemeen zeer goed onderhouden. Nu dat onze muziek in de auto in orde is zijn de wegen wel iets minder lang. Ze worden zelfs aangenaam. De eindeloze einder tegemoed rijden op de goede stukken en cruisen met Jonny Cash uit de radio. Af en toe zeg ik vriendelijk gedag en hef ik mijn hoed voor de olifanten langs de weg. Hoe gaat het daar in België? Pissing you off?
Na de lange rit naar Nata hebben we nog lang moeten zoeken naar een camping. En uiteindelijk nog niet eens iets gevonden, we slapen vanavond aan de rand van een van de pannen. Ondergelopen weliswaar, dus het is een groot zoutmeer geworden. Voor wat we er voorlopig van hebben gezien. Een vogelparadijs, met flamingo's, pelikanen, en onmogelijk veel andere soorten watervogels. En een prachtige zonsondergang. Weer zo een droombeeld, die opstijgende flamingo's in het kleurrijke licht van de ondergaande zon, de pelikanen die hun schaduw in het water net niet raken wanneer ze net boven het oppervlak scheren.
Woensdag 3 juni, Magadikghadi zoutpannen.
We hebben hem Thor gedoopt! Bruut als een baksteen (en de vorm ervan), maar recht door zee. Onze auto heeft eindelijk een naam.
Op zoek naar een ATM om onze cashvoorraden te spijzen kwamen we in Sowa terecht, een dorpje iets ten zuiden van Nata. Met wat rondvragen kwamen we vonden we iemand die ons kon vertellen dat het meeste van de pannen wel droog is, maar niet droog genoeg om erover te rijden. Langs lange kleine wegen in uitgestrekte gele grasvlakten, met in het begin nog hier en daar een wildebeest, zijn we van daaruit naar de pan getrokken. En eigenlijk gewoon blijven rijden. De overgang tussen grasvlakte en zoutvlakte gaat geleidelijk. Dus opeens heb je om je heen regelmatig checkend of we niet te diep wegzakten door de korst. En opeens zaten we er midden op. Net als jullie daar waarschijnlijk verwachtte ik eigenlijk gewoon een witte vlakte te zien, jah, een zoutvlakte. Maar het is toch wel meer dan dat. Het is een hele ervaring. Op geen enkel punt hebben we niet ten minste een boom gezien. Soms heel ver weg wel, en heel klein. Maar als je dan de andere kant opkeek zag je niets meer. Niets! Geen horizon. Geen hoogteverschillen meer. Enkel een vlakke vuilwitte korst onder je voeten, die wat verder overgaat in een sneeuwwitte oneindigheid, en staalblauwe hemel pal boven je hoofd. Zeer beangstigend, zeker in het begin. We hebben er ruim een uur over gereden. Het klinkt contradictorisch misschien, maar je wordt zo krap omsloten door de nietsheid dat het claustrofobisch aanvoelt. Sam had er minder problemen mee, maar ik kan het misschien op de Lariam (antimalaria met soms psychotische bijwerkingen) steken. En laat staan dat je op zo een plaats een panne krijgt of te diep in de kleiige zoutkorst zakt, en vastrijdt. Het zou ons een dag wandelen gekost hebben in de schroeiende zon, niet goed wetend waar naartoe, om hulp te kunnen gaan halen.
Ik moet ook direct mijn woorden terug nemen over Jenny, ze heeft er ons fantastisch doorgeloodst. Ondanks de waarschuwingen dat een GPS, door de reflectie van de vlakte, onbetrouwbaar is. Misschien waren we ook wel ergens anders dan ze aangaf, maar toen we toch besloten om de oever terug op te rijden, op zoek naar een weg, varanderde er niets aan haar lokatie. Om de weg te bereiken zijn we weer door een uitgestrekte grasvlakte moeten rijden, en daarna door het bos. Eerst laag, met eerder struiken, en een occasionele geul. Al een heel gedoe. Verder al wat hoger zodat we tussen de accasiabomen door, over de struiken en het hoge gras, de heuvel op moesten manoeuvreren. De weg (die Jenny kende maar zoals ik al zei, ik neem mijn woorden terug over haar), bleek niet meer dan een spoor waar wel eens een auto passeerde. Vol stenen en putten en hoog gras, en nauwelijks beter dan het stuk vlak naast de ‘weg'. De takken van de bomen sloegen door de open ramen binnen. Hier en daar een boerderijtje, met hutjes en een kraal.
Jenny heeft ons 's avonds naar de Elephant Sand logde geloodst. Een camping naast een poel, waar de olifanten komen drinken en waar apen je vuilnis doorzoeken, waar de douchekop in een boom hangt en je kapstok een dode boom ernaast is. De olifanten dronken ook uit het zwembad dat bij het establissement hoorde, nog dichter bij. Als je van zo dicht de olifanten kan observen, met een pintje in de hand, met veel tijd en op slechts enkele tientallen meter afstand, vraag je je toch af hoe de natuur er in godsnaam bij komt om zulk een groot beest te laten evolueren dat met zijn néus alles doet, drinken, eten, douchen, dingen manipuleren, hout verkleinen voor ons kampvuur... OK, er zijn mensen die met hun tong in hun neus kunnen peuteren, maar omgekeerd?
's Nachts in slaap gevallen bij het trompetteren en het diep gegrom van de olifanten, die 's morgens bleken door de camping, vlak naast de auto, te zijn gewandeld.
Donderdag zijn we doorgereden naar de grens met Zambia. Een heel gedoe, in tegenstelling tot de andere grensovergangen. We zijn dan ook een soort douanezone van de Zuidelijk Afrikaanse landen uitgereden, vergelijkbaar met de vroegere Benelux of Shengen misschien? Het veerpont viel nog wel mee, dat ging zo snel dat ik hem bijna had gemist. Ik ben er nog net op kunnen springen nadat Sam Thor er al op gereden had. Maar de papperassen erna... Van carbontax (als ze er echt iets mee doen kan ik er volledig mee leven), road tax (ik vroeg hem nog, nadat hij mij 65 USD had aangerekend, dat de wegen hier dan toch zeer goed moeten zijn), tot een of andere tax die wordt geheven omdat je door een stamhoofd zijn gebied moet rijden, een verzekering, die we al hadden vanuit Zuid-Afrika maar het moet een specifiek Zambiaanse zijn (blijkbaar ben je er nog niet eens iets mee als het er op aan komt), ‘temporary import form' voor Thor, visa's (natuurlijk wel). Sommige dingen zijn onderhandelbaar (wisselkoers, prijs van de verzekering), maar je wordt zowieso in de luren gelegd. De hele overgang heeft ons een 235 euro moeten kosten. Het positieve was, dat we zonder Carnet de Passage in Zambia geraakt zijn.
Die we dus nog niet hebben. Het papier dat de waarborg moet verzekeren is nog onderweg tussen Leuven en Jo'burg. Reeds meer dan twee weken. De carnet zelf ligt klaar, maar ze hebben dat papier nodig om hem ons op te kunnen sturen. En dat zou met DHL dan weer relatief vlot moeten gaan. Pas vanaf Tanzania zullen we dat document echt nodig hebben, duimen maar dat het op tijd lukt.
Vandaag, vrijdag 5 juni, zijn we in Livingstone. Een luie dag. We zijn nog eens langs een garage gereden, de dieseltank van Thor is een beetje droevig, hij weent. Maar daar kon de garagist niks aan doen. Op zich blijkbaar geen groot probleem, en oplosbaar met een stuk Sunlight zeep (als het lukt vertel ik wel meer). We steken het op onze westerse vrouwen en de emancipatie: Sam en ik kunnen koken en wassen, zelfs als het wat moeilijker gaat, maar wat weten nieuwe mannen als wij nu nog van auto's en mechanica af? We zijn al blij dat we weten dat we met een Land Rover rondrijden en als ze ons vragen 'Model?' moeten ze extra uitleg geven of mee komen kijken naar Thor.
Ik moet misschien toch maar wat temperen met het lachen met Toyota's. Aan de andere kant, what's the fun of door Afrika rijden en (misschien?) minder problemen met de auto hebben J
Volgende stappen zijn de majestueuze Victoria Falls bezoeken en dan naar het noorden van Zambia trekken. Daarna richting Lilongwe, Malawi. Tot ergens ‘along the way'.
Sam en Toon
Reacties
Reacties
Sam,
Als jullie niet te hard rijden kunnen we misschien afspreken in Tanzania begin Juli? Ik heb daarom wat informatie naar je Gmail-account gestuurd om jullie op de hoogte te houden.
Voor de rest wens ik jullie nog een geweldige maar behouden reis door Afrika!!!
Sam,
Het is fantastisch om jullie avontuur zo op de voet te kunnen volgen. Als ik het lees, waan ik mezelf in Afrika:) Ik heb het verhaal dan ook al verschillende keren gelezen:-p Ik krijg er gewoon niet genoeg van!!
Nog veel succes en laat de verhalen maar komen hè.
Groetjes,
Karlien
Toon,
Dit zijn geweldige verhalen en prachtige foto's.
We blijven u volgen.
Veel plezier in Afrika.
Prachtige verhalen mannen van een net zo geweldig avontuur. Ik wordt zowaar ook een beetje jaloers ! ;)
Veel succes nog, nog leuke avonturen met de bijpassende verhalen uiteraard and don't let anything or anybody smash your window... :) :)
Luc
eyyyy toppers,
Hallo toontje en sam hoeee issssssieeeeeeee,
Super dat we jullie een klein beetje mochten helpen bij het opstarten van jullie reis. Was voor mij een goed afkickproces. Daarnaast hebben wij erg met jullie gelachen!
het is erg leuk om jullie verhalen te lezen. Ik zie mijn eigen reis terug met andere hoofdrolspelers,erg herkenbaar maar ook vreemd.
Ben erg benieuwd naar de volgende verhalen, is de ducktape al een keer ingezet?
veel reisplezier mannen
groetjes de hoofdafwas en kim
Die zoutvlakte is prachtig.
En vissen vanuit het café ook!
Wat een avontuur...
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}