Toonensaminafrika.reismee.nl

Tot rust in Malawi

Maandag 15 juli, lang geleden ondertussen,zijn we dus van Mfuwe, Zambia,naar Lilongwe, Malawigetrokken, mooie rit, rustige, vlotte grensovergang. Maandag moest ook het formulier van de bank in Jo'burg aankomen. Aangezien het dinsdag een nationale feestdag is in Zuid-Afrika kunnen we ook dinsdag nog niks doen voor de carnet. Dinsdagochtend verlaten we Lilongwe voor een toertje naar het zuiden van het land. Het zal toch nog een week duren vooraleer de carnet in Lilongwe kan zijn.

's Avonds komen we net voor zonsondergang aan in Cape McClear, aan de zuidelijk oevers van het Lake Malawi. We kunnen nog net genieten van een ongelooflijk mooie zonsondergang over het meer. Dit is, door de orientatie, ongeveer de enige plaats in Malawi waar je de zonsondergang boven het meer kan zien. Kleine stranden omgeven door bergen. Een paar eilandjes in het meer, vlak voor de kust. Een idyllisch vissersdorpje, mooie beelden.

Volgende dag, dinsdag, blijven we nog een dagje rustig rondhangen. We lezen wat, regelmatig gestoord door de beachboys die onder het mom van een vriendelijk gesprekje je vanalles proberen te verkopen. Ze zijn gewoon met teveel. We leren er de Zuid-Afrikanen Peter en zijn vrouw Dalene kennen en twee Amerikanen. Het is nieuwe maan en de nacht is donker, een fantastische sterrenhemel. Ongehoord zo veel, en af en toe valt er eentje naar benee.

De carnet blijkt stilaan een fiasco te worden. Uiteindelijk kunnen we tóch niet met een Belgische bank werken en moeten we een link leggen met een Zuid-Afrikaanse. Aan de telefoon zei die kerel van die Zuid-Afrikaanse bank wel dat het allemaal vlot en via e-mail en fax moet kunnen werken.

In het dorp kopen we een ‘Chibuku', ook wel gekend als ‘Shake-Shake', het lokale bier. Het is gemaakt van sorghum en mais en wordt verkocht in kartonnen dozen van een liter. Het bier gist voort in de doos, en de meer getrainde drinkers kunnen dan kiezen hoe oud het bier is. Het is een melkwit godslasterend degoutant goedje. De brokken graan drijven er nog in rond, vandaar de tweede naam. Het proeft zurig en ranzig en kleeft aan je tanden. En al bij al heeft het niet veel met bier te maken. Potentieel voor Inbev?

Ook donderdag geraken we niet vertrokken. Wij kijken naar de amerikanen, zij naar ons. Weer een fantastische sunset bij een stukje cake die Peter ons aanbiedt.

Vrijdag rijden we dan toch naar Lilongwe. Tegen de middag zijn we daar. Axel, een Duitser die in Zuid-Afrika woont, is nog steeds daar. Hij wacht op een wisselstuk voor zijn moto, een KPM990 en Sissi genaamd, waarmee hij naar Duitsland rijdt. 's Avonds laat wordt het stuk eindelijk geleverd. We lopen nog wat rond in de stad, geld afhalen, inkopen doen, marktje bezoeken. Een speciale stad, heuvelachtig, druk maar niet overdreven, en redelijk uitgestrekt en open. Er stroomt een riviertje door en op de oevers liggen wat velden met mais, cassave, bonen,... In het midden van de hoofdstad. We passeren op aanraden van enkele mensen langs een apotheek om medicatie tegen Bilharzia te kopen. Dat blijkt hier en daar in het meer te zitten en aangezien niet in het meer plonsen geen optie is kunnen we ons maar beter voorzien.

Zaterdag rijden we naar Nkhata Bay, een stadje aan de rand van het meer, een stukje naar het noorden. Onderweg vragen we voor de lol eens aan Jenny hoe lang het nog rijden is naar Leuven. Iets meer dan 12000 km. Maar het is duidelijk dat ze al lang geen kranten meer gelezen heeft. Ze stuurt ons door oost Congo, via Chad en Algerije, waar we de boot dan naar Monaco moeten nemen. Onderweg rijden we door uitgestrekte bosbouwplantages met eucalyptus en dennen. Fietsers op de weg hebben tot twee meter hoge torens brandhout op hun bagagerek gestapeld. Sommige stukken lijken, ook qua landschap, als een bos in de Ardennen. Op andere plekken waan ik mij terug in mijn studiegebied in Tzaneen. Het laatste stuk door de bergen naar beneden naar het meer is zeer mooi, met schitterende vergezichten en een mooi landschap. Met vele rubberplantages.

In Nkhata Bay pikken we nog snel een rugbymatch mee. De eerste van drie testmatchen die de Lions tegen de Springboks spelen, de nationale ploeg van Zuid-Afrika. Met de nationale ploeg hebben de Lions al wat meer last en ze verliezen de spannende match. We zetten kamp op voor twee dagen in Mayoke village. En al vanaf zondagavond beweren we elke avond dat we de volgende dag gaan vertrekken, om dan enkele uren later toch maar te beslissen dat we nog wel wat tijd hebben en nog even in het paradijs blijven plakken. Zondag beklim ik de berg om iets te gaan halen in de auto en besluit nog een klein toertje te doen, eens om de bocht te gaan kijken. Ineens zie ik iets uit mijn ooghoek bewegen en val bijna letterlijk over een slangetje, dat opgericht en met zijn bek open naar mij staat te dreigen. Slangenliefhebber als ik ben schiet ik van het verschieten een meter omhoog en een paar vooruit. Blijkt dat ik het beestje gestoord heb in zijn jacht op een cameleon. Nadat ik ben weggesprongen hervat hij zijn jacht. Valt de cameleon een paar keer aan en sleurt hem een eindje mee een boom in. Het lome groene slachtoffer is weerloos en mateloos veel te traag om zich te kunnen verdedigen of te vluchten, misschien al deels door het slangengif. Nog voor hij helemaal dood is trekt de slang terug naar de grond en begint de cameleon al binnen te werken. Ik bestudeer het spektakel dat anderhalf uur blijkt te duren. Maar op een plaats als deze waar de tijd stil blijft staan, ver weg van de wereld waar de klok de scepter zwaait, heb ik wel even.

Maandag gaan we de stad in, mailtje sturen naar de bank met de vraag of ze dan via de Zuid-Afrikaanse bank onze waarborg in orde kunnen brengen. En we kopen een bak bier, die ik op zijn afrikaans op mijn hoofd mee naar huis draag. Alleen vrouwen doen dat eigenlijk, wat een deel van de aandacht verklaart die ik krijg. Een ander deel van de aandacht komt doordat ik mijn tshirt heb opgerold om tussen mijn hoofd en de bak te steken, en met je blote buik door Malawi lopen is not done.

Dinsdag neemt de lodge iedereen mee op een toertje met de boot. Het snorkelen is fantastisch. Er zijn geen koralen of planten in het water, maar wel enorm veel vissen. In alle kleuren van de regenboog. En het water is zo helder en diep dat je er bijna hoogtevrees van zou krijgen als je zo hoog boven de rotsen zweeft en langs de kliffen diep in het water kijkt. De steile oevers van het meer zijn leuk om van af te springen. Onderweg komt een visarend de vis oppikken die de stuurman als aas heeft uitgegooid. Vlak nast de boot. Op een strandje spelen we met de bende en de lokale kinderen een beetje beachvolleybal en beachvoetbal.

We hebben zo stilaan een beetje een groep gevormd met Ben en Lorna uit Londen, Khweama uit Malawi/Engeland, Rob uit Nederland, Helle en Charlotte uit Noorwegen en Stefany uit Ierland. Woensdag nemen we een boot van de lodge in beslag en gaan met een aantal mensen van die groep nog een toertje doen. Snorkelen eigenlijk. Hilarisch hoeveel moeite we hebben met het bootje. Zo vinden ook twee zwarten die op een kano zitten te peddelen en van plezier van hun boot tuimelen. En we gaan eens horen wat de condities zijn voor een tweedaagse kanotrip op het meer. We twijfelen, maar onder luid protest van onze scheepsmaten besluiten we toch maar niet mee te gaan. Het wordt eens tijd om door te trekken. Schitterend tripje, en bij de ondergaande zon varen we onze baai binnen. Bij wat gezelschapsspelletjes 's avonds blijft iedereen proberen om ons toch nog mee te krijgen voor de kanotrip.

Woensdagavond blijven we vastbesloten en donderdagochtend vertrekken we tegen ieders verwachtingen in daadwerkelijk richting Nyika-plateau.

Op de weg naar Mzuzu komt Axel ons voorbijgereden. Hij had gedreigd om als hij ons passeerde te proberen een van onze vlagjes te stelen en dan met een wheelie weg te racen. In Mzuzu zelf is hij snel overhaald om mee te komen naar het Nyika-plateau. Hij weet ons ook te vertellen dat Peter en Dalene ook die richting uitgingen toen ze uit Cape McClear vertrokken. Wij doen wat inkopen voor hem en spreken af op het plateau. Aan de ingang van het park vragen we aan de bewakers of hij al gepasseerd is, en uit eigen beweging vertelt de bewaker dat Peter ook net is voorbijgekomen:). Langs de weg door het park staan twee lifters, we nemen ze mee, kippen incluis. Voor de kippen is er plaats sinds we vandaag de dieselemmer verloren hebben. Die moet door het geschommel op de wegen ergens van het dak afgeschud zijn. Axel, Peter en Dalene hebben al kamp opgezet als wij op de camping aankomen. Met een weids uitzicht over de glooiende grasvlakten en een gezellig kampvuur valt de nacht. Een verschrikkelijk koude nacht. Maar goed dat we een daktent hebben, en een met dikke buitenzeilen.

De volgende dag verkennen we het plateau. Het zou perfect ergens in Europa kunnen liggen met de naaldboomplantages en de glooiende hellingen. Het wordt vergeleken met de Schotse Highlands. Alleen de dieren zouden er niet passen, de roan antelopes, de zebra's, de bushbucks.

We spenderen een beetje minder tijd dan verwacht op het plateau en al de volgende dag nemen we voorgoed afscheid van Peter en Dalene en vertrekken we van Chelimba naar Livingstonia, een oude missiepost in de bergen tussen het plateau en het meer. In plaats van de hoofdweg naar beneden te nemen, kiezen we voor een meer avontuurlijke weg. We weten er niets van, en hebben het bestaan ervan ontdekt op een kaartje dat we van de receptie hadden mogen lenen. We dalen af langs niet meer dan een spoor, met af en toe een brugje over een beek, door het hoge gras, tussen de struiken, wat later door de bossen, langs steile afdalingen, rond de bergen. Uitzichten om handen en vingers bij af te likken en langs de weg staan er meer kleurrijke en welriekende bloemen dan we in totaal al zijn tegen gekomen in Afrika. In Rumphi, niet ver buiten de grenzen van het park doen we nog enkele inkopen. Axel haalt ons daar in.

Axel ruilt een plaats in Thor voor zijn Sissi en ik rij met zijn moto verder naar Livingstonia. Net na Rumphi nemen we een afslag weg van het asfalt en rijden we een zandweg in, we nemen een binnenweg. Een fantastisch mooie route, door de heuvels en de bergen, met links van ons in de wolken het plateau waar we net van zijn afgedaald. Een moto op zo een weg vergt behoorlijk wat concentratie. Door het zand en de stenen glijden de wielen naar alle kanten. Ook fysiek is het zwaar om het ding in de hand te houden, een enkele keer moet ik de sneller dan voorzien naderende grond van mij afstampen. Er zit wat meer kracht en gewicht achter dan ik gewoon ben. Na iets meer dan een uur heb ik al nood aan een pauze en rij de oprit in van een overheidscentrum voor landbouw. Met de idee van een gesprekje te kunnen aanknopen met iemand van het centrum, gewoon om eens te weten waar ze zoal mee bezig zijn, loop ik naar de gebouwen en zie dat de centrale zaal vol mensen zit. Ik hoop ze niet gestoord te hebben, maar even later komt de supervisor naar buiten. Hij stelt zich voor en nodigt mij uit om de vergadering, die voor mij wordt stilgelegd, te komen ‘begroeten'. De hoofdmannen van de dorpen uit de regio verdedigen net hun verhaal tegenover de ambtenaren. Ik moet vertellen over onze plannen. Zelf word ik er niet veel wijzer uit maar ze wensen mij allen een goede reis verder en zijn vereerd met mijn bezoek. Af en toe stop ik eens een minuutje, om ook eens van het uitzicht te genieten, eens te kijken wat ze hier allemaal kweken, en hoe de velden er bij liggen. Volgend Urbanus' definitie van biologisch tuinieren; alles door elkaar, de patatten tussen de koffie, eucalyptusbomen, cassave, papaya's, ananassen, naaldbomen en bananen, hier en daar wat katoen en thee. De uitzichten en de omgeving zijn zoals ik mij Afrika voorstelde.

De kippen op en langs de weg blijven heel lang zitten als je aan komt gereden en wanneer je ze dan passeert panikeren ze volledig en vliegen ze alle kanten op, ook de kant die naar het voorwiel leidt. Maar nog steeds geen roadkill, ik heb ze tot nu toe allemaal kunnen ontwijken. In plaats van aan de kant te gaan, zoals ze doen als ze Thor zien aankomen, blijft iedereen stilstaan en staart. Bij de volgende pauze, met uitzicht over een vallei, komen er wat kinderen kijken naar de grote lawaaierige machine. Richard is een van hen en hij vertelt wat hij en zijn familie allemaal verbouwen. Uitkijkend over de vallei wijst hij de verschillende velden aan. Zijn cassavevelden die klaar liggen om beplant te worden, de bonen, de mais, het stuk bos met eucalyptusbomen waar ze hun brand- en constructiehout uit halen... Hij wil dokter worden en vraagt mij wat hij er voor moet doen. Ik vraag mij af wat voor een soort dokter hij graag zou willen zijn. Ik passeer een vrouw, baby op de ene arm, borst in de andere hand. Naar mij op de moto starend probeert ze op automatische piloot de twee te verenigen. Voor het eerst ervaar ik wat agressie; een groepje kinderen werpt stenen naar mij als ik voorbij kom. Ze waren wel een beetje te laat. Ik begrijp het nog steeds niet. Malawi is een zeer veilig en aangenaam land, met allemaal zeer vriendelijke mensen. Ik heb me hier nergens onveilig gevoeld, ver in tegendeel eigenlijk. Kinderstreken misschien?

We kamperen in een eco-camping, boven op de rand van een afgrond, die uitkijkt over een vallei die uitmondt in het Lake Malawi een vierhonderdtal meter lager.

Na het avondeten val ik aan tafel in slaap. Met de moto door Afrika, plezant ja, maar hoe doe je het in godsnaam? En dit was dan nog een relatief korte rit, en het grootste deel van de bagage hadden we 's morgens al in Thor gestoken.

Zondag maken we een wandeling naar Livingstonia-dorp. We beklimmen de steile hellingen door de velden. Op zich is Livingstonia niet heel interessant. Het is speciaal door zijn europese karakter, de invloed van de missionarisen. We praten wat met een paar studenten van het technisch college die enkele drums herbespannen met geitenhuiden. Op de terugweg nemen we een bende kinderen onder de arm om ons naar de watervallen te leiden, verscholen in de bossen met een prachtig uitzicht over de diepte.

De dag erop vertrekken we richting Tanzania. We rijden een steile bergpas naar beneden vooraleer we op de grote as komen. Beneden ontmoeten we twee Fransen: Henri en Marie. Zij zijn ook onderweg naar Europa, ook met een defender. Met zijn vijven staan we er sterker voor om de grens over te steken, Sam noch ik zijn liefhebbers van grenssteden en -overgangen. De Fransen en Axel hebben een carnet, dus zij zijn er snel door. Terwijl Sam de autopapperassen regelt ga ik met de rest onderhandelen voor een verzekering, en vooral hier is het een voordeel om met vijf te zijn. We verkrijgen een zeer goede prijs. Als we onze overschot aan Malawiaanse kwatcha proberen te wisselen gaat het even fout. Veel geldwisselaars rondom ons en een communicatiefout tussen Sam en mij en ineens ontbreken we de helft van onze kwatcha. Sam loopt achter de dief, een zijstraatje in. Hij krijgt hem te pakken en krijgt ook het geld terug. Risicovol, maar het is hem wel gelukt. Het wisselen laten we voor een andere keer, hoewel het een dikke honderd dollar waard is en onze dollars stilaan beginnen op te geraken.

Van hier af weet Jenny de weg niet meer en we gaan Tanzania binnen zonder verdere GPS-kaarten, met enkel onze atlas.

Malawi is een fantastisch land. Het is verrre van een sociaal paradijs, hiv/aids tiert welig, malaria bestaat hier uit de dodelijke, cerebrale variant en verzwakt de bevolking, er zit bilharzia in het meer waar zovele mensen van afhangen... Mensen worden hier niet oud. Langs de weg zien we heel veel mensen, de bevolkingsdichtheid is een van de hoogste van Afrika hebben we ons laten wijsmaken. Overal loopt het vol met kinderen, maar nergens zien we oude mensen. Naar we vernamen ligt de levensverwachting onder de veertig jaar. En vooral de vrouwen moeten hier een hard leven hebben. Mannen steken op het eerste zicht niet veel uit, er wordt veel gedronken. Al het werk, de landbouw inbegrepen, wordt gedaan door de vrouwen. Het land zit vol ontwikkelingsorganisaties en loopt vol met vrijwilligers.

Maar de tijd is er bevroren, landschappen zijn onbeschrijflijk, de mensen meer nog dan elders vriendelijk en behulpzaam, de natuur fantastisch en de aantrekkingskracht van het meer verslavend.

Reacties

Reacties

Vake

Wow, vooral dat van die slang.

Doe toch maar verder.

Groetjes!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!