Afrika voor beginners
'Tanzania is Afrika voor beginners' weet de Lonely Planet ons te zeggen. We zijn nog maar net de grens over of ik maak reeds de eerste beginnersfout. Geld proberen te wisselen aan de grens. We hadden nog wat Malawi Kwatcha over die ik tegen een goed tarief in US dollars wenste te wisselen. Na heel wat geharrewar en omringd door een 15-tal louche types is er toch eentje in geslaagd om de helft van onze kwatchas te ontvreemden. Na een korte achtervolging slaag ik er toch in de dief te klissen in één van de achterstraatjes van het grensdorp. Met bibberende handjes krijg ik mijn geld terug. Mzungus (zoals ze ons blanken noemen) boezemen blijkbaar toch nog wat angst in bij de afrikaanse bevolking. Eerste ervaring met Tanzania kunnen we niet echt een succes noemen.
Soit, deze ervaring achterwege gelaten trekken we met zijn allen op pad. In Mbeya besluiten we de nacht door te brengen. Op zich niet zo'n heel aantrekkelijke stad al ligt het wel temidden van een prachtig gebergte. Mooie omgeving...
Daags daarop vervolgen we onze weg naar Dar Es Salaam. Op weg naar Iringa pikken we nog maar eens een lifter op die ons, eens aangekomen, rondleidt in Iringa. Een zeer gezellige stad gelegen op een heuvel. We doen hier onze inkopen voor het avondmaal. We vragen waar we kip kunnen kopen en worden ernaartoe geleid. Genoeg keus, alleen zijn deze beestjes toch nog iets te actief naar mijn goesting. Heb niet veel zin om nog eerst het beestje te doden, pluimen en schoonmaken. Al is het wel vers op die manier. Hmmm, misschien volgende keer. We slaan kamp op net buiten Iringa. We bereiden een poikiekos (zuidafrikaans stoofpotje op een houtvuur) en brengen de avond door aan het kampvuur.
De volgende dag spreken we (Axel, Henri en Marie en wij) af elkaar opnieuw te ontmoeten in Morogoro, net voor Dar. Wij doen eerst nog wat inkopen in Iringa voor het avondmaal (enkele wortelen en
een bak bier) en besluiten de achtervolging in te zetten. Spijtig genoeg besluiten ze net een deel van de rotswand, langs de enige weg uit Iringa, op te blazen en zitten we nog een tweetal uur
vast. Nu ja, afrikaans geduld... Op weg naar Morogoro passeren we nog door Mikumi, een nationaal park, waar we worden aangestaard door impalas, giraffen, zebras en olifanten. Het blijft leuk, die
beestenboel.
Aangekomen besluiten we eens een hotelkamer te nemen in plaats van te kamperen in onze daktent. Axel kijkt ons vragend aan en besluit ons huisje boven op de Landrover te gebruiken als overnachting.
Bijgevolg hebben ik en Toon beiden en volledig tweepersoonsbed om in te slapen. Een hele verademing na een 2-tal maanden slecht 60 centimeter breedte de man te hebben.
Meters verwijderd van Toon wordt ik wakker en rest er ons nog slechts een korte rit naar Dar. Wat zo zou zijn, moest het verkeer niet volledig vast zitten. Toon, die met de motor onderweg is en over de GPS beschikt, zou ons erdoor moeten leiden. We besluiten toch een alternatieve route te nemen en komen elkaar tegen aan de ferry. Een kort tripje over de baai brengt ons naar Mikadi Beach, een zeer toeristich plaatsje met witte zandstranden. Een middagje luieren in de afrikaanse zon. Niet slecht: zon, zee en strand...
Tijd om Thor eens een grondig onderhoud te geven. We vinden Eckhardt, een Duitse garagist ten noorden van Dar, die zich zal ontfermen over Thor terwijl wij de toerist gaan uithangen op Zanzibar. Omwille van de ruwe zee bereiken we Stone Town pas laat in de avond. Na een lange zoektocht naar een slaapplaats besluiten we in een chique hotel de nacht door te brengen. Wat decadentie af en toe kan geen kwaad denk ik dan. Alvorens de slaap te vatten is het toch nog eerst tijd om een stapje in de wereld van Zanzibar te zetten. Het is uiteindelijk ook weekend. Na enige pintjes op het strand met wat moslims (ze hanteren hier een aangepaste versie van Islam) belanden we in het oude fort van Zanzibar, waar een reggae festival aan de gang is. Schitterende locatie en uitermate goede sfeer. Op een heleboel rastas na lopen er ook heel wat Masai rond. Naast mij staat er een jonge Masai vrouw, in gekende stijl, op en neer te springen op de deunen van Bob Marley. Bijzonder geestig... Na het festival besluiten we nog 'ne laatste' te gaan drinken in een nachtclub. Zo'n bende Mzungus trekt behoorlijk wat aandacht bij de vrouwen van lichte zeden. Ik en Toon besluiten 'dat het wel goed is geweest' en laten Axel achter. Een peperdure hotelkamer en slecht 6 uren nachtrust over. Hier hebben we niet goed over nagedacht...
De volgende ochtend begint wat mistig in ons hoofd, maar we slagen er toch in op tijd uit te checken op zoek naar een hotelletje meer in onze stijl/budget. Even later komen we Axel, al kreunend en
steunend tegen. De lokale dames, in samenwerking met wat kerels, hadden blijkbaar gewacht tot ik en Toon vertrokken waren om Axel van zijn 'overbodige' shillings te ontdoen. Zijn portefeuille en
papieren heeft hij dan toch nog teruggekregen. Al zijn geld kwijtgespeeld aan een hoer en nog niet eens een ‘blaaswerkie' in ruil. 'Niet goed bezig, Axel'. En een bron van inspiratie om hem hier
zeker nog een dikke maand mee uit te lachen. Soit, op verkenningstocht door Stone Town. De hoofdstad van Zanzibar is Unesco wereld erfgoed en terecht!!! Een labyrinth van smalle straatjes met oude
huizen opgebouwd uit steen en leem (vandaar de naam :-~). Deed me veel denken aan Palma de Mallorca, maar dan wel iets minder afgewerkt. Na een eerste poging op basis van Toon's orientatiegevoel
besluiten we toch iemand aan te spreken om ons door de stad te gidsen. Een interessante tocht gekenmerkt door de slavenhandel die zich hier vroeger afspeelde. We trekken naar de kruidenmarkt, waar
Zanzibar als kruideneiland wel voor bekend staat. De voorverpakte kruidenzakjes in grootwarenhuisstijl is wel niet echt wat ik ervan verwacht had.
Om ons te bedanken hem reeds een tweetal weken rondom ons te tolereren (en alsook zijn bagage mee te zeulen) trakteert Axel ons op een 3 gangen menu. Voorgerechtje, hoofdschotel, een flesje wijn,
desertje en een waterpijp. Heerlijk!!! Voor Toon en Axel zit het erop voor de avond. Ik trek er nog even op mijn eentje op uit, maar ook ik wordt al snel door moeheid geslagen. De tocht naar de
kamer duurt iets langer als verwacht. Na een twintigtal minuten hopeloos verloren te lopen in het doolhof van straatjes, kom ik toch nog iemand tegen die mij de weg weet te wijzen. Uitgeput plof ik
neer op bed en val onmiddellijk in slaap.
Volgende dag trekken we naar het noorden van Zanzibar om wat strand op te zoeken. Aangezien wij niet echt als beach boys gekend staan, levert deze trip ook niet echt veel op. Een strand zoals je overal te wereld tegenkomt (misschien toch wel iets gezelliger als Blankenberge, maar toch). De finale van Wimbledon brengt ons wat vertier al lijkt er geen eind te komen aan de match. Federer wint, uiteindelijk....
Terwijl Toon naar het oosten van het eiland is trek ik met Axel op ons dooie gemak terug naar Stone Town op weg naar de ferry die ons terugbrengt naar het vaste land. De zee is nog steeds even wild
als op de heenweg, maar deze keer houdt de kapitein er weing rekening mee. Gevolg, een boot vol kreunende mensen en gevulde kotszakjes. Eens aangekomen, staan 2 clubgenoten van de rugby, Bifi en
Michel, mij op te wachten vergezeld van een derde: Anthony. Zij brengen een maandje door op Tanzania en aangezien onze wegen zich toevallig kruisten een ideale moment om eens bij te praten.
's Anderendaags trekken we met zijn allen naar Mikadi Beach voor alweer een dagje zon, zee en strand. Toon en Axel zijn op weg naar Eckhart, onze duitse garagist. Slechts 's avonds laat keren ze
terug, zonder Thor ?. Er was nog een beetje werk aan de auto, Deutsche Grundlichheit veronderstel ik...
De volgende dag wacht Eckhart ons op met de Landy. Hij blijkt goed en noodzakelijk werk geleverd te hebben. Vooral de dieseltank, die een 2 tal liter per dag lekte, bleek dringend aan herstelling
toe. Het was maar een kwestie van tijd voor het ding het volledig ging begeven. Na nog een set nieuwe banden gekocht te hebben laten we Dar achter ons.
Wij vervolgen ons pad noordwaarts en trekken door de bergen. We houden halt in Lusotho, een bergdorpje in het Usambarra gebergte. Na een 2 tal maand in de auto zitten lijkt een trektocht ons geen slecht idee. We nemen een gids een trekken het regenwoud (met jawel onze eerste regen) in. Zeer interessante flora met een heleboel zwart-witte colubus apen die de plaatselijke fauna vertegenwoordigen. Diezelfde avond komt Toon nog een oud professor van hem tegen. De wereld is klein, zoals ze zeggen...
We trekken verder noordwaarts richting Moshi, de stad die dient als startpunt voor de klim naar Kilimanjaro. Volgens onze bescheiden mening lijkt de Kilimanjaro toch beter van beneden uit te bewonderen en doen en toereke rond de Kilimanjaro met de auto. Een zeer indrukwekkende rit (als was de Kili in de wolken gehuld), die start door een tropisch regenwoud, gevolgd door een streek waar veel aan bosbouw gedaan wordt. Eens de vegetatie verdwijnt komen we het ene Masai dorp na het andere tegen. Deze minder toeristische weg, doet ons weer een hele dag handjes zwaaien naar de lokale mensen hier. We besluiten de dag in Arusha, aan de voet van Mount Meru.
Ondertussen is Axel naar Nairobi vertrokken en sta ik er met Toon alleen voor. We laten Ngorongoro en Serengiti links van ons liggen (omwille van 400 USD per dag, per persoon) en nemen een alternatieve route rond deze parken naar het westen. De eerste honderden kilometers gaan zeer moeizaam vooruit vanwege de slechte wegen, maar we geraken erdoor. Het enige nationaal park in Tanzania dat in ons budget leek te liggen (Rubondo Island), wordt omwille van ridicule prijzen toch ook geskipt en we trekken door naar de grens van Rwanda. Na wat strubelligen over visas en dergelijke switchen we van de linkerkant van de weg naar de rechtkant en vervolgen ons pad, vergezeld van pastoor John. Maar dit is voor later...
Reacties
Reacties
Ik vraag mij af of jullie je nog zult kunnen aanpassen aan het gewone Leuvense leven.
Het lijkt alsof zwerven door Afrika de gewoonste zaak van de wereld is.
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}