Toonensaminafrika.reismee.nl

Het Afrikaanse hoogland

Een zeer vlotte grensovergang brengt ons in Moyale (Ethiopië). Een stap in de tijd. Plotseling is het 13 december 2001. Ze gebruiken hier nog steeds de Juliaanse kalendar waardoor ze enkele jaren achterop lopen. Ook het uur is veranderd. 10u ’s ochtends wordt plots 4u. Rare jongens die Ethiopiërs. Zal wel snel wennen zeker...Al snel tovert het dorre landschap van noord Kenia zich om in een al maar groener en groener landschap. Waar ze in noord Kenia al 3 jaar op aan het wachten zijn begint reeds na enkele uren: REGEN. We zitten hier dan ook smak in het regenseizoen. Vergeet de beelden van 1985 van een dor woestijnlandschap: Ethiopië is groen, zeer groen met een overvloed aan regen. Een ander opmerkelijk punt is de hoeveelheid mensen, dit is een zeer dichtbevolkt land. De straten lopen overal vol met mensen (alsook beesten dus oppassen geblazen met de auto).

Onze eerste nacht brengen we door in Dilla, een niet zo bijzonder maar toch aangenaam stadje. Vanuit Dilla trekken we naar Lake Langano, waar we voor het eerst injera geproefd hebben. Dit is een soort (zure) pannenkoek waarbij je vlees en groenten krijgt. Niet slecht voor de eerste keer geproefd te hebben, al begonnen al onze magen achteraf wel wat tegen te spruttelen. Toon heeft er het meeste vanaf gezien.

Daags erop trekken we richting Addis Abeba. We maken nog even een omweg via een krater meer. Een fel groen meer in een perfecte cirkel (er heerst een lengende dat deze krater gecreerd is door de duivel). Een half uurtje en enkele fototjes later vervolgen we onze weg naar Addis. Toon voelt zich nog steeds wat lafjes dus trek ik er met Axel op uit om het nachtleven van Addis eens uit te testen. Zeer sfeervol. Het dansen zit de Ethiopiers hier echt wel in het bloed. Overal waar we komen wordt er gedanst, niemand zit stil. Iedereen komt met jou een praatje slaan, al blijkt algauw dat iedereen ook iets van je wilt. Nadat Axel nog bijna is beroofd, toch maar de wol opgezocht.

De volgende dagen waren dagen van geregen en geregel. Ik ga je niet vervelen met onnodige verhalen over visas. Soit, we hebben er eentje voor Sudan en kunnen eindelijk onze weg vervolgen. Deze weg lijdt ons naar lake Hayk, door een adembenemend landschap van groene heuvels. Heeft iets weg van Schotland met, oh ja, regen natuurlijk. Aan lake Hayk vinden we uiteindelijk een (waterdicht) hutje om in te slapen.

De volgende dag trekken we richting Mekele. We blijven de groene heuvels doorkruisen, van 2000 tot 3000 meter, op en neer. Na enkele uren besluit ik toch even de ogen te sluiten op de passagierszetel. Piepende remmen maken me wakker. Ik open mijn ogen en het eerst wat ik zie is een ezel die wegbotst op onze bull bar. Zeer vreemde manier om wakker te worden... We meten de schade op (enkel een deuk in onze bull bar) en besluiten toch maar door te rijden. Er komt namelijk een heel dorp aangerend en aangezien Ethiopiers gekend zijn redelijk aggresief uit de hoek te kunnen komen voor zo’n zaken kiezen we toch het hazenpad. Even verder komt de politie ons halen en wordt er een prijs onderhandeld voor de ezel. We kunnen verder op pad. Door de onvoorziene omstandigheden (idiote ezels) bereiken we Mekele pas na zonsondergang. We vinden algauw een hotelletje en spreken af met Wim (die in Mekele University zijn thesis aan het maken is). Een gezellig avondje...

Tijd om één van de Ethiopische hoogtepunten te gaan bekijken, de uit rotsen gehouwen kerken. Spijtig genoeg zorgt een lekke band van Axel ervoor dat we slechts één ervan kunnen bezoeken. De weg naar de kerk is indrukwekkend. We beklimmen een rots met een hoogteverschil van 500 meter waarvan het laatste gedeelte een loodrechte wand is. Zonder koorden is dit wel oppassen geblazen. Eens boven aangekomen is het uitzicht adembenemend. Een loodrechte afgrond van ettelijke honderden meters en daarin de kerk gehouwen. Spijtig genoeg hebben we de priester niet meer kunnen bereiken en hebben we dus enkel de buitenkant van de kerk kunnen bekijken. We rijden dan maar door naar Adigrat waar we de nacht doorbrengen.

Aangezien we toch nog wat meer van de kerken willen bekijken besluiten we even terug te keren en toch nog wat cultuur op te doen. We bezoeken twee kerken, waar we deze keer wel binnen geraken (de priester gevonden). Zeer interessant uitstap.

We vervolgen onze weg richting Axum, een van de vele vroegere hoofdsteden van Ethopië. Eens aangekomen worden we algauw omringd door een hoop zingende meisjes met prachtige haartooien. Blijkt hier een traditie te zijn (genaamd Hacende): een soort feest voor de vrouwen die in groepjes van ongeveer 6 de stad al zingend door te trekken en hiermee enkele centen rapen (een soort drie koningen zeg maar).

De dag erop is het een groot dansfeest in de stad. Van ’s morgens vroeg is het marktplein reeds bezet door fraai uitgedoste tieners die Hacende vieren. Nadat we nog even de beroemde obelisken van Axum bekijken trekken we door naar de Debark. De rit is lang maar veruit het mooiste landschap dat we reeds gezien hebben op onze tocht. We rijden namelijk door de Simien Mountains, een hooggebergte met toppen boven de 4000 meter. Axel, die zijn motor precies een beetje beu aan het worden is ruilt zijn zitje met Toon voor de Landy. Tijdens hun korte bezetting zijn de italianen er in geslaagd een weg door te bouwen (met de gekende haarspeldbochten). De hele dag is het op en neer gaan, na elke bocht een prachtig uitzicht. Tegen dat we bijna in Debark zijn begint de auto weer zijn kuren te krijgen. Het lijkt hetzelfde verhaal als in Rwanda te worden. Tegen 5km/u weet hij toch de laatste 5km te doorstaan en bereiken we Debark.

’s Anderendaags besluiten we onze auto toch maar even op onderhoud te sturen alvorens de bergen in te trekken. Even de filter kuisen en de diesel filteren en alles lijkt weer even goed te gaan,voorlopig toch. We rijden nog hoger de Simien Mountains in en besluiten de auto eens te parkeren en onze luie reet op te heffen voor een trektocht. Na anderhalf uur bereiken we een waterval die honderden meters naar beneden klettert. En een eindeloos vergezicht. Moeilijk in woorden te beschrijven.

Op de terugweg blijkt dat onze inspanningen van deze ochtend toch niet voldoende waren. Een tiental kilometer voor Debark begeeft de auto het alweer. Na een half uurtje vinden we toch iemand die ons naar Debark sleept. Een gezellige bende waar we nog de rest van de avond mee doorbrengen.

De volgende dag besluiten we het er toch op te wagen om nog 108 kilomter proberen te rijden met een kapotte Landrover. Na anderhalf uur en 25 kilometer geven we het toch op en vinden we iemand die ons verder tot Gonder wil trekken. Het is een bestuurder van het ziekenhuis Landrover in Debark die een patient naar het ziekenhuis in Gonder aan het brengen is. Eens in Gonder aangekomen worden we aan een garage afgezet, waarop ik de bestuurder toch nog even aanmaan of het niet beter is zijn patient aan het ziekenhuis af te zetten.

Na een korte analyse lijkt het probleem van Rwanda zich herhaalt te hebben. De diesel pomp die we toen hebben vervangen is niet echt de juiste en heeft het begeven. We lijken wel een competente garagist gevonden te hebben, maar wel eentje die profiteert van de situatie. Een bom geld vraagt hij voor het vervangen van een diesel pomp. Nu ja, niet veel keus zeker.

De dag erop trekken we naar het kasteel van Gonder. Ook Gonder is een van de vele vroegere hoofsteden geweest en bevat dus behoorlijk wat geschiedenis.

Onze laatste stop in Ethiopië brengt ons naar Lake Tana, meerbepaald een klein dorpje genaamd Gorgora. We kamperen aan het meer en besluiten een van de abdijen op een eilandje te gaan bezoeken. Maar, zoals overal in Ethiopië wordt de prijs verviervoudigd eens ze zien dat we buitenlanders zijn. Dan maar geen boottochtje.

We hebben ondertussen genoeg gekregen van de ontelbare pogingen van de Ethiopiërs om ons van ons geld te ontdoen en besluiten richting Sudan te trekken, op zoek naar wat meer gastvrijheid en vriendelijkheid. Als besluit, Ethiopië is het mooiste land dat we tot nu toe gezien hebben, alleen spijtig van de Ethiopiërs...


Reacties

Reacties

karel

Hmm. Mooi land hé. Ik heb eens gevlogen in GoogleEarth zo ongeveer in het zog van een Hemprich's neushoornvogel. Die bergen zijn prachtig, jong Axum, Mekele, Gondar...waw. Ja, dieselpompen zijn mooie uitvindingen tot er eentje uitvalt natuurlijk. Jullie hebben toch een erediploma mekanicien verdiend! UGent heeft er belangrijke herbebossingsprojecten. De bergen zijn spectaculair...maar een beetje kaalgekapt in die dichtbevolkte gebieden waar de meesten koken met hout. De traditionele mogogo kachels zijn kwistig met hout...men probeert de verbeterde adhanet fornuizen in klei te promoten: 50 tot 75 % energiewinst.

En Axum is 132 km verwijderd van Asmara. Asmara heb je wel gemist, maar ja, net over de grens van het gehate Eritrea. Asmara is een juweeltje van "bevroren" art nouveau zoals enkel Havana dat nog heeft...

Groeten uit Brugge.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!